Als ondernemer wil je goed voor je medewerkers zorgen, ook in moeilijke tijden. Dus bied je jouw medewerkers een nabestaandenpensioen in de pensioenregeling. Maar wist je dat de regels voor het nabestaandenpensioen sinds 1 juli zijn veranderd? In dit artikel lees je hoe dat zit, zodat jij je medewerkers goed kunt informeren.

Extra zekerheid voor de nabestaanden van je werknemer

Het nabestaandenpensioen geeft financiële steun aan de achterblijvende partner en kinderen als een werknemer overlijdt. Ook als je werknemer vóór de pensioenleeftijd overlijdt. De nabestaanden krijgen dan iedere maand een geldbedrag waarmee ze hun vaste lasten kunnen blijven betalen.

Het nabestaandenpensioen is een belangrijk onderdeel van de pensioenregeling en bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Partnerpensioen als je werknemer vóór de pensioendatum overlijdt
  • Partnerpensioen als je werknemer  de pensioendatum overlijdt
  • Wezenpensioen voor de kinderen van je werknemer

Het nabestaandenpensioen komt boven op een eventuele uitkering vanuit de Algemene nabestaandenwet (Anw). Deze keert alleen uit als de achterblijvende partner voor een minderjarig kind zorgt. Of minstens voor 45% arbeidsongeschikt is.

Je bent niet verplicht om je werknemers een nabestaandenpensioen aan te bieden, maar de meeste werkgevers kiezen hier wel voor. Je geeft de nabestaanden van je werknemer rust en financiële zekerheid in een periode van rouw. Die betrokkenheid past bij goed werkgeverschap.

Wat verandert er in het nabestaandenpensioen?

Als het nabestaandenpensioen onderdeel is van je pensioenregeling, veranderen er een aantal zaken voor jouw werknemers. De belangrijkste wijzigingen op een rij:

  • Het nabestaandenpensioen bij overlijden vóór pensioendatum is voortaan op risicobasis.
  • Het salaris bepaalt voortaan de hoogte van het nabestaandenpensioen.
  • Er komt een duidelijkere definitie voor partners.
  • Het wezenpensioen keert uit tot de leeftijd van 25 jaar.

Deze aanpassingen gelden vooral voor het partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum en voor het wezenpensioen.

Nabestaandenpensioen op risicobasis

Nabestaanden krijgen voortaan alleen een nabestaandenpensioen als de medewerker nog in dienst is op het moment van overlijden. Dit is een van de grootste veranderingen voor het partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum en voor het wezenpensioen.

Dit kan grote gevolgen hebben voor je medewerkers, vooral als ze van baan wisselen. Stel dat je ex-werknemer overlijdt nog vóór de nieuwe baan start? Hiervoor is de uitloopdekking bedacht, deze biedt de nabestaanden extra zekerheid in de periode tussen twee banen.

Als het nabestaandenpensioen onderdeel is van je pensioenregeling, geldt het volgende:

  • Als de werknemer uit dienst gaat, blijft het nabestaandenpensioen nog 3 of 6 maanden verzekerd.
  • Als je ex-werknemer een werkloosheids- of ziektewetuitkering krijgt, blijft het nabestaandenpensioen verzekerd zo lang de uitkering loopt.
  • Na de uitloopperiode kan je ex-werknemer ervoor kiezen om de pensioenregeling zelf voort te
    zetten. Dit kan niet voor het wezenpensioen.

Goed om te weten

  • Overlijdt je werknemer ná de pensioendatum? Dan blijven het partnerpensioen en het wezenpensioen op opbouwbasis. Dat betekent dat de partner en kinderen het nabestaandenpensioen krijgen dat je werknemer op dat moment heeft opgebouwd in het pensioenpotje. Dat verandert dus niet.
  • Heeft je werknemer al nabestaandenpensioen op opbouwbasis opgebouwd? Dit blijft gewoon staan. Dat betekent dat de nabestaanden altijd een nabestaandenpensioen krijgen bij overlijden. Oók als de werknemer al uit dienst is.

Het salaris bepaalt voortaan de hoogte van het nabestaandenpensioen

Het partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum is maximaal 50% van het jaarsalaris, het wezenpensioen is maximaal 20%. Als een kind beide ouders verliest, is het wezenpensioen maximaal 40%. Het maakt dus voor de hoogte van het nabestaandenpensioen niet meer uit hoe lang je werknemer bij jou in dienst is. Dat is duidelijker voor je werknemer.

Dit geldt niet als je werknemer op of na de pensioendatum overlijdt. Dan krijgen de partner en kinderen het nabestaandenpensioen wat de werknemer heeft opgebouwd in het pensioenpotje.

Een duidelijke definitie van partners

De definitie van partners is nu in iedere pensioenregeling anders. Dat is onduidelijk. In de nieuwe pensioenregeling is de partner degene met wie je werknemer getrouwd is, een geregistreerd partnerschap of een gezamenlijk huishouden heeft.

Hoe kan de achtergebleven partner een gezamenlijk huishouden aantonen? Met een samenlevingscontract, een samenlevingsverklaring of een eenzijdige samenlevingsverklaring. De achterblijvende partner kan de eenzijdige samenlevingsverklaring opstellen ná het overlijden van je werknemer. Dit is nieuw.

Het wezenpensioen keert standaard uit tot de leeftijd van 25 jaar

Kinderen van een overleden werknemer krijgen voortaan een uitkering tot ze 25 jaar zijn. Tot nu toe stopte de uitkering meestal bij 18 of 21 jaar, of na het afronden van een studie. Dit was bij iedere pensioenregeling anders geregeld, maar deze wijziging zorgt voor meer duidelijkheid.

Waarom is dit belangrijk voor jou als werkgever?

Met een goede pensioenregeling zorg je goed voor je werknemers en hun dierbaren. De nieuwe regels maken het nabestaandenpensioen uiteindelijk overzichtelijker en duidelijker, maar ze kunnen in het begin wel voor onzekerheid zorgen bij je werknemers. Daarom is het belangrijk om hen op tijd te informeren wat de gevolgen van de nieuwe pensioenwet zijn voor hun persoonlijke situatie.

Wil je meer weten over de veranderingen in het nabestaandenpensioen?

Pensioen is een complex onderwerp. Daarom is het verstandig je goed te laten adviseren. We helpen je graag bij het ontwerpen van een pensioenregeling die past bij jouw bedrijf en bij jouw werknemers. Ook informeren we jou en je medewerkers graag over de nieuwe regels. Vraag je zakelijk adviseur naar onafhankelijk pensioenadvies en laat onze oplossingen je vooruithelpen.