Het gouden koffertje, de koets en natuurlijk de hoedjesparade. Prinsjesdag is een dag vol tradities. Maar het gaat er uiteindelijk om dat het kabinet laat weten hoe het zijn budget het komende jaar verdeelt. Welke sectoren krijgen er geld bij? Wie moet het zuiniger aan doen? Ga je er zelf op voor- of achteruit? Wij lichten er een paar plannen voor je uit.

Je betaalt minder belasting over je inkomen

Eerder werd al bekend dat de overheid toewerkt naar een belastingstelsel met twee schijven, dat vanaf 1 januari 2020 van kracht is. De oorspronkelijke drie eerste schijven vormen dan samen één grote schijf, met een inkomensgrens van € 68.507,- en een belastingpercentage van 37,35%. De tweede schijf krijgt een belastingpercentage van 49,5%. Daarnaast wordt de maximale algemene heffingskorting met € 234,- verhoogd naar € 2.711,- en de maximale arbeidskorting met € 420,- naar € 3.819,-. Daardoor houd je mogelijk netto meer over.

Zelfstandigen zijn overigens iets slechter af, omdat de zelfstandigenaftrek – was € 7.280,- in 2019 – stapsgewijs met € 250,- per jaar verlaagd wordt, om uiteindelijk met ingang van 1 januari 2028 uit te komen op € 5.000,-.

Huizenbezitters: lager belastingvoordeel maar ook minder belasting

Een thema dat in politiek Den Haag bekendstaat als het ‘h-woord’: de hypotheekrenteaftrek. Lang durfde geen partij zich daar de vingers aan te branden, maar de afgelopen jaren daalde toch het tarief waartegen je hypotheekrente kunt aftrekken, telkens met 0,5% per jaar. In 2019 was dit percentage daardoor 49%. Komend jaar daalt dit versneld met 3% naar 46%. Dat lagere belastingvoordeel compenseert het kabinet deels met een lager eigenwoningforfait. Dat is de bijtelling voor het bezit van een eigen woning. Die wordt stapsgewijs lager. Voor woningen tussen de € 75.000,- en € 1.060.000,- wordt die komend jaar verlaagd van 0,65% naar 0,6%.

Sparen wordt aantrekkelijker

In 2019 betaalde je belasting over je spaargeld als dit boven de € 30.360,- kwam (voor fiscale partners: € 60.720,-). Die bedragen stijgen in 2020 naar € 30.846,- en € 61.692,-. Daarnaast zijn er plannen om vanaf 2022 spaargeld tot een bepaalde hoogte minder of zelfs niet te belasten, om zo sparen aantrekkelijk te houden ondanks de lage rente.

Op de bres voor starters

Het kabinet heeft extra aandacht voor starters op de woningmarkt, omdat het voor hen momenteel erg lastig is om een huis te kopen. Daarom worden er de komende jaren meer betaalbare woningen gebouwd. Daarnaast zoekt het kabinet naar andere opties om het voor starters makkelijker te maken om een huis te kopen. Een mogelijke optie is het vrijstellen van de overdrachtsbelasting voor starters. Deze en andere opties worden momenteel onderzocht. Heb je vragen over de gevolgen van de kabinetsplannen voor jouw financiële situatie? Neem dan contact op met de adviseur bij jou in de buurt.

Bron: RegioBank