Tot 1 mei kun je de jaarlijkse belastingaangifte invullen. De belangrijkste gegevens heeft de Belastingdienst al voor je ingevuld, zoals bijvoorbeeld je inkomen en hypotheek. Dit geldt niet voor alle aftrekposten waarmee je het belastbaar inkomen kunt verlagen. Bekijk dus goed of je geen geld laat liggen. Dit zijn vijf vaak vergeten aftrekposten.

1. Aan de studie?

In sommige gevallen kun je kosten voor scholing aftrekken van de belasting. Wanneer kun je de studiekosten voor het kalenderjaar 2018 bij je belastingaangifte opgeven?

  • Als jij of je partner zelf de studiekosten betaalt.
  • Als de studiekosten meer dan €250 bedragen.
  • Als je opleiding bedoeld is voor je (toekomstige) beroep of andere professionele toepassing.

In je digitale belastingaangifte zie je welke kosten je mag aftrekken. Collegegeld dat je voor je kind(eren) betaalt, is niet aftrekbaar. De aftrekpost is ook niet bedoeld voor studenten die studiefinanciering ontvangen.

2. Extra kosten vanwege ziekte?

Maakte je vanwege ziekte of invaliditeit kosten voor jezelf, of voor iemand anders in je huishouden? Dan kun je deze kosten – onder voorwaarden – aftrekken van de belasting. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Extra vervoerskosten naar het ziekenhuis.
  • Kosten voor een dieet.
  • Tandartskosten die niet binnen de zorgverzekering vallen.
  • Kosten voor homeopathische geneesmiddelen op doktersvoorschrift.

Wil je specifieke zorgkosten aftrekken van je belastbaar inkomen? Dan moeten de totale kosten wel boven een drempelbedrag uitkomen. Hoe meer je verdient, hoe hoger dat bedrag is. Doe je digitaal aangifte, dan rekent het programma zelf uit hoe hoog het drempelbedrag is. Vooraf zelf berekenen kan ook op de website van de Belastingdienst.

3. Woon-werkverkeer met het openbaar vervoer

Reis je met het openbaar vervoer naar je werk, maar vergoedt je werkgever de reiskosten niet (volledig)? Je mag, onder voorwaarden, jaarlijks een vast bedrag van de belasting aftrekken. Hoeveel dat is, hangt af van de afstand van een enkele reis (minimaal tien kilometer) en het aantal dagen per week. Reisaftrek kan óók als je een deel van de route reist met de fiets of auto.

Je kunt alleen gebruikmaken van deze aftrekpost als je een openbaarvervoerverklaring of reisverklaring heeft. Deze vraag je aan bij het vervoerbedrijf waarmee je reist. Reis je met losse vervoerbewijzen of met een OV-chipkaart zonder jaarproduct? Vraag dan je werkgever om een reisverklaring.

4. Partneralimentatie

Wat je aan alimentatie aan je ex-partner betaalt, mag je van je inkomen aftrekken. Het maakt niet uit of je de alimentatie via de rechter hebt geregeld of rechtstreeks met je ex-partner. Je moet de afspraken en voorlopige voorzieningen wel schriftelijk vastleggen en allebei ondertekenen.

5. Een schenking aan het goede doel

Periodieke giften kun je volledig aftrekken van de belasting. Gaat het om een culturele instelling? Dan wordt jouw gift voor de aftrek met 25% verhoogd, met maximaal € 1.250.

Dit zijn de voorwaarden voor periodieke giften:

  • De schenking gaat naar een vereniging of ‘goed doel’ (ANBI).
  • De schenking dient vijf jaar of langer tenminste jaarlijks hetzelfde bedrag te zijn.
  • Je hebt jouw gift vastgelegd in een overeenkomst. Dat hoeft niet meer via de notaris. Je kunt de overeenkomst rechtstreeks met het goede doel regelen.

Gaf je eenmalig geld aan een goed doel (ANBI), steunstichting (SBBI) of culturele ANBI? Dan mag je deze gift aftrekken voor zover dit boven de drempel uitkomt. Het drempelbedrag is 1% van uw drempelinkomen met een minimum van € 60. Het drempelinkomen is het totaal van je inkomsten en aftrekposten in box 1, 2 en 3, zonder dat daar je persoonsgebonden aftrekposten al vanaf zijn. Je mag niet meer aftrekken dan 10% van het drempelinkomen.

Alle details over de aftrekposten kun je vinden op de website van de Belastingdienst. Laat geen geld liggen en controleer of u bij de belastingaangifte alle aftrekposten meeneemt!

Bron: RegioBank